Springen in plassen
De betekenis van ‘Hoppípolla’ ontleedt zich uit het oude IJslands, voorloper van alle scandinavische talen. ‘Hoppípolla’ is een vervoeging van de woorden ‘hopp í polla’, wat ‘springen in plassen’ betekent.
Waarom ‘springen in plassen’ als naam voor een gezinshuis?
In waterplassen springen is iets wat iedereen wel eens in zijn leven heeft gedaan. Het is leuk, vies, fris verkoelend of koud en nat. Het ontlaadt een bepaalde emotie.
Wij staan voor het grondbeginsel dat alle kinderen, hoe beperkt of anders in gedrag ook, moeten kunnen ondervinden, ervaren, wat het leven is. Alle kinderen leren door te doen en te ervaren beter dan door afremming of verboden.
In ons gezinshuis willen wij ieder kind afzonderlijk zijn kader geven in wat hij of zij aankan, maar zoeken daarbij constant de grens op van het kind wat ze aankunnen en overzien.
Dit betekent niet dat kinderen maar kunnen doen wat ze willen en blootgesteld worden aan allerlei gevaren. Juist niet...
Wij staan te allen tijde náást de kinderen. Dat kan in de setting van een gezinshuis, 24 uur, iedere dag. Een bewerkelijk vorm van begeleiding, maar wij zijn overtuigd van het resultaat ervan.
Een ervaring die niet positief uitvalt wordt goed begeleid en terug bekeken met het kind, op ieders eigen niveau. Door herhaling en DTT (Discrete Trial Training) groeien kinderen op eigen kracht uit tot hopelijk gelukkige volwassenen.
Ons gezinshuis bestaat uit kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis, ADHD en/of psychosociale stoornissen zoals een hechtingstoornis of trauma.
Naast de zorg voor kinderen en dieren hebben wij ook oog voor milieu en omgeving. Zo halen wij met het gezinshuis: verse melk bij de paatselijke boer, eieren van de kippen bij de buurvrouw, groente en fruit bij de buurman en van de fruitbomen uit eigen tuin en rapen we de walnoten in het najaar. Deze walnoten brengen we naar de sociale werkplaats die het voor ons verkopen.